Als het enigszins zou kunnen

Pittige herinnering uit Malaga

Dan zit je bij een tas koffie, in een bar, niet aan de zee, in de stad. Tussen, correctie, op de achtergrond van gezellig drukke families met kinderen, bezwete fietsliefhebbers, niet op zondag te stoppen zakenmensen, oude bekenden (aha!), lezers, ….

Je plant wat te doen deze zomer, weegt af, laat vallen, houdt in beraad, verrast jezelf, beslist, droomt vooruit, geniet nu,  …

De weg naar, ja, mooier dan het doel.

Je schrijft dit neer, denkt ‘Absurd?’
Je beslist van niet, zal publiceren.

Zondagvoormiddag, als het enigszins zou kunnen.

De kracht van herinnering

Nostos

There was an apple tree in the yard —
this would have been
forty years ago — behind,
only meadows. Drifts
off crocus in the damp grass.
I stood at that window:
late April. Spring
flowers in the neighbor’s yard.
How many times, really, did the tree
flower on my birthday,
the exact day, not
before, not after? Substitution
of the immutable
for the shifting, the evolving.
Substitution of the image
for relentless earth. What
do I know of this place,
the role of the tree for decades
taken by a bonsai, voices
rising from tennis courts —
Fields. Smell of the tall grass, new cut.
As one expects of a lyric poet.
We look at the world once, in childhood.
The rest is memory.

Louise Glück, from Meadowlands (Harper Collins)

Bron

Glück seems to be saying that childhood is the only constant, immutable thing, while everything that comes after that—“the rest,” she says, our whole adult life—occurs in the shifty arena of memory. Our whole present tense takes place in the shadows of the original, pure impressions of childhood.

— Elizabeth Strout

Gecrasht op de crèche

‘Onze kleine is gecrasht op de crèche.’

Ik kijk mijn achterbuurman aan. We staan hier aan te schuiven in de supermarkt, de ideale plaats voor ontboezemingen aan wildvreemden. Een huisman, vermoed ik. Niet dat ik veel van vaderlijke gevoelens ken. Bij gebrek aan kind, begrijp je?

‘Gecrasht?’

‘Ja, de remmen van onze nieuwe buggy niet geblokkeerd. Even niet opgelet. Voor we het wisten, knal tegen de muur. Het rotding is total loss!’

‘En je kind?’

‘Je kan het moeilijk straffen, hé, zo’n klein kind. Zijn buil zal een wijze les zijn. Maar, mijnheer, dat brengt die buggy niet terug. We houden het maar in op zijn voorhuwelijkssparen. En geen tutter meer! Responsabiliseren!’

‘Hoe oud is hij dan?’

‘Zes maanden. Dat wordt later een echte brokkenpiloot.’

Brussel weer Centraal

Gistermorgen nog gepland om via Brussel-Centraal naar Rik Wouters te gaan.

Op de middag verplaatst naar een latere datum, te warm.

En toen, om 20.30, bleek er iemand te zijn die niet snel genoeg bij zijn maagden kon zijn.

Iemand had hem fout ingelicht, Brussel-Centraal heeft geen verbinding met de hemel, enkel het hart.

Overgrootmoederdag

Sinds gisteren ken ik mijn overgrootmoeder.
Te laat voor bloemen, maar nooit te laat voor dankjewel.
Hvala, prababica Josepha!
Dankjewel overgrootmoeder, voor mijn grootvader, mijn moeder en mezelf.

Zittend, Josepha, mijn overgrootmoeder, op haar schoot mijn grootoom, Max. Achter haar mijn grootvader, Franz. Naast haar, mijn groottante Elizabeth.

Wachten op

Daar zijn ze, plots,

Op een troon

Op wacht, allebei,

Turend naar een eerste teken

Van zon, zee, zand, zomer.

Denk net

Hoe koud was de winter

In minuscuul badpak

En blauwe badmuts.

Nu is het zover,

Le nouveau zon, zee, zomer, zand

Est arrivé.
Duinbergen, maart 2017