Er is liefde
en
er is liefde, geweest,
wat is, blijft,
is
liefde.
Kiewit, 17 januari 2024.
Er is liefde
en
er is liefde, geweest,
wat is, blijft,
is
liefde.
Kiewit, 17 januari 2024.
Er is een roodborst
dat tikt
in een brood
klaar gelegd
voor de winterhonger.
En ik,
ik kijk
en ben blij.
Immers,
beter een
roodborst gered
dan geen.
Kiewit, 13 januari 2024.
Er zit een duif
in een boom
in mijn tuin.
De dag begint.
Wie gaat geeft als troost
korte herinneringen
een eeuwigheid lang
Er is zomer
Er is tijd
Zomertijd
met zon enzo
Tijd
met ont-moetingen
Tijd
met niets en nietsen
Er is tijd
Er is zomer
Wat als
daar
geen eind
aan komt?
Hendrik
3 september 2022
Ik heb een droom
Ik heb teveel computer
Ik heb boeken
Ik heb veel drank
Ik heb immers te weinig gefeest
Ik heb goede kameraden
Ik heb een voorliefde voor het leven
Ik heb dus een verhaal
Vrij naar Ik, ik, ik van Remco Campert
uit: Bij hoog en bij laag, 1959
Een octopus heeft drie harten
une coeur que tu aimes,
tweede vol pompend bloed,
número trois pense toujours à toi.
Tentakels daarentegen
komen steeds elkaar tegen,
faire l’amour en passant,
de nobele aard van bevlekking,
steeds weer
en als de een na de ander zwijgt,
valt de nacht op de bodem van de zee.
demanvanbarcelona,
Lize Spit & Thomas Gunzig
volgend kerstfeest
ben ik de oudste
26 november 2019
Vanaf nu ben ik zonder moeder. Zonder vader was ik al eerder. Nu ook wees. Zonder hun 63 jaar onvoorwaardelijke liefde moet ik verder.
Leven is niet voor eeuwig, dat weet ik. Maar de leegte is, nu, dieper dan ooit.
Wie zal er zijn, nu zij er niet meer zijn. Zij, die mij leven gaven, steeds daar waren, onvoorwaardelijk, voor mij. Zekerheid in mijn leven, mijn ouders.
Aan wie kan ik mijn onvoorwaardelijke liefde geven. Met wie kan ik onvoorwaardelijke liefde delen.
Daar ben je
weer
eindelijk
When I find myself in times of trouble,
my mother Mari comes to me.
Speaking words of wisdom,
let it be
Wie zal mij dragen
nu jij er niet meer bent
Ik zal je dragen
in mijn hart
Nu
En altijd weer
Dicht bij mij
Dicht mij bij
Dichterbij
Gedicht
Weerzien
Elkaar inzien
Weerzien
Elkaar aanvoelen
Weerzien
Elkaar verwonderen
Weerzien
Elkaar, ONS, samen.
Zondag 1 oktober 2017
Wachten is een speciale bezigheid en is niet zomaar onder één definitie te vangen.
Wachten
Als een vlinder op je schouder landt, even naar je kijkt en vraagt: ‘Wacht je op mij?’, besef je dat je eigenlijk heel je leven op dit moment gewacht hebt.
Een vlinder weet waarom, ik minder, maar verwonder mij niet en wacht niet meer. Want mijn vlinder is geland.
Mol, 17 september 2017
‘Ik hou een deel van je hart hier en geef je een deel van mijn hart mee. Heb je een voorkeur? Een hart heeft blijkbaar vier kamers.’
‘Dat klopt.’ knikt ze.
‘Dat van mij ook!’
De schittering in hun pretogen verlicht het nakend afscheid, zoals humor alleen maar kan.
Zondag, 10 september 2017
Kom, gewoon, kom,
voordat de nacht je terug meelokt naar dat land van droom en slaap.
Kom, gewoon, kom
en laat de dag je behagen met bekend en verrassing.
Kom, gewoon, kom
Hasselt, 7 september 2017
En dan is het moment gekomen dat ik buiten mag. Na een ganse dag binnen hard werken eens op de ‘goei lucht’.
De fiets op en naar ‘mijn’ park!
Tja, de regen is blijkbaar ook de ganse dag binnen gebleven en excuseert zich overvloedig tegenover mij.
Maar het is duidelijk merkbaar dat hij met moeite zijn druppels kan ophouden. Op mijn brillenglazen verschijnen al kaleidoscopische schitteringen, die mijn zicht aangenaam vertroetelen.
Is de zomer nu gedaan, voor vandaag?
Of voor even?
Of voor…
But, there is always the sun, always
Everywhere you look in the literary cosmos, the great ones are busy loving and hating. Have you given up this primary business as obsolete in your own writing? What fun your missing, then. The fun of anger and disillusion, the fun of loving and being loved, of moving and being moved by this masked ball which dances us from cradle to churchyard.
Uit ‘Zen in the Art of Writing’ van Ray Bradbury.
Schrijven over schrijven, een levenskunst voor het hart.
Welkom op het gemaskerd bal, genoemd leven.
Men zegt soms
Zwaaien, da’s een kunst als een ander
Men heeft ongelijk
Niet alleen is tijdstip van zwaaien belangrijk
Maar ook naar wie te zwaaien
En tenslotte
Veel onderschat
De manier waarop
Menig zwaai is zo onbeantwoord gebleven
Wegens te zacht, bruusk, flauw, mooi
Beantwoord is een zwaai dubbel zo mooi
Alvast een herinnering waard
Een fietsbar mijmert terwijl buiten de rook van fake sigaretten door de straat van het dorp dwarrelt.
Het is warm, de stad wacht op regen en een ventilator gaat jojo-gewijs een ongelijke strijd aan met moeder natuur.
Een langslaper komt te laat voor broodjes, vroeger opstaan heeft echt voordelen!
Op een vensterbank aan de overkant van de straat blaast een beeldschone vrouw rookbellen.
‘To inhale or not to inhale’, roept de snelheidsduivel voor de vrachtwagen hem verplettert.
Mijmeringen in een fietsbar.
Op de achtergrond denderen de Kings of Leon de ruimte in:
‘How did you find me?
What are you lookin’ for?’
Mijmeringen in een fietsbar.
Wat je hoofd vult, gaat niet verloren. ‘How did you find me? What are you lookin’ for?’
De smaak van de koffie verkeerd vermengt met de blikken van de voorbijgangers die ongeregeld voorbijslenteren, stilstaan en weer verder gaan.
Mijmeringen in een fietsbar.
Wie zit erop te wachten, behalve ikzelf?
Het blad vult zich langzaam, zoals de regen straks het land, gestaag. Er is geen weg terug voor deze woorden, eens het papier bereikt, beklijven.
Damn, wat heb ik hier lang op gewacht!
Flow, waar was je al die tijd?
Hasselt, 30 augustus 2017
Weer zien
of
Verblindend weerzien
Weer zin
of
Weerzin!
Weerzien
We zien wel
GEWOON
zondag 27 augustus 2017
Als je,
als je het wil weten
Dan vertel ik het
Maar
de vraag is
wil je echt weten
Vraag waarop ik het antwoord
verwacht
Niet vandaag of morgen
maar gisteren
Wie ben jij
Wie ben ik
Hasselt, 24 augustus 2017
Ik was
En ik weet niet meer waar.
Ik was waar
Nu niet meer.
Waar, maar
Waar ik was.
Hasselt, 22 augustus 2017
Er was eens een sprookje
in een liefde heel ver van hier
Er was eens
O
Kon dat maar weer
Een jonkvrouw wacht
Een ridder smacht, vraagt,
waagt
Sprookjes in Thorn, ik kom eraan
Winterdijk Maaseik, maandag 14 augustus 2017, 10:48.
Ze leert me wat poëzie is: van een sneeuwbui slechts één vlok volgen.
Uit ‘De hectaren van het geheugen’.
Met dank aan Het mooiste gedicht.
Wat kan ik meer zeggen?
Wanneer ik aan de kunstenaar denk, is het altijd met genegenheid en ik hoop dat hij een goed leven heeft.
Uit: Ik heet Lucy Barton van Elizabeth Strout.
Mooie gedachte: terugdenken aan een persoon uit je verleden en hopen dat die een goed leven heeft.
Dit is maar één reden waarom je dit boek moet lezen. De andere kan je zelf uitzoeken in dit prachtig boek.
Kaken happen, kaken praten
Kaken kussen, kaken gapen
Tot op een dag iets verschuift
Niet-sportletsel krijgt een naaam
Kaakmeniscus,
Vaarwel, Olympische kaakselectie!
Dan zit je bij een tas koffie, in een bar, niet aan de zee, in de stad. Tussen, correctie, op de achtergrond van gezellig drukke families met kinderen, bezwete fietsliefhebbers, niet op zondag te stoppen zakenmensen, oude bekenden (aha!), lezers, ….
Je plant wat te doen deze zomer, weegt af, laat vallen, houdt in beraad, verrast jezelf, beslist, droomt vooruit, geniet nu, …
De weg naar, ja, mooier dan het doel.
Je schrijft dit neer, denkt ‘Absurd?’
Je beslist van niet, zal publiceren.
Zondagvoormiddag, als het enigszins zou kunnen.
Gisteravond zweefde ik
terug naar huis.
Ketting
Fietsbargewijs (*)
gevleugeld.
Fietsvreugde
kan deugd doen.
(*) een compliment is een compliment
Nostos
There was an apple tree in the yard —
this would have been
forty years ago — behind,
only meadows. Drifts
off crocus in the damp grass.
I stood at that window:
late April. Spring
flowers in the neighbor’s yard.
How many times, really, did the tree
flower on my birthday,
the exact day, not
before, not after? Substitution
of the immutable
for the shifting, the evolving.
Substitution of the image
for relentless earth. What
do I know of this place,
the role of the tree for decades
taken by a bonsai, voices
rising from tennis courts —
Fields. Smell of the tall grass, new cut.
As one expects of a lyric poet.
We look at the world once, in childhood.
The rest is memory.
Louise Glück, from Meadowlands (Harper Collins)
“Glück seems to be saying that childhood is the only constant, immutable thing, while everything that comes after that—“the rest,” she says, our whole adult life—occurs in the shifty arena of memory. Our whole present tense takes place in the shadows of the original, pure impressions of childhood.
‘Onze kleine is gecrasht op de crèche.’
Ik kijk mijn achterbuurman aan. We staan hier aan te schuiven in de supermarkt, de ideale plaats voor ontboezemingen aan wildvreemden. Een huisman, vermoed ik. Niet dat ik veel van vaderlijke gevoelens ken. Bij gebrek aan kind, begrijp je?
‘Gecrasht?’
‘Ja, de remmen van onze nieuwe buggy niet geblokkeerd. Even niet opgelet. Voor we het wisten, knal tegen de muur. Het rotding is total loss!’
‘En je kind?’
‘Je kan het moeilijk straffen, hé, zo’n klein kind. Zijn buil zal een wijze les zijn. Maar, mijnheer, dat brengt die buggy niet terug. We houden het maar in op zijn voorhuwelijkssparen. En geen tutter meer! Responsabiliseren!’
‘Hoe oud is hij dan?’
‘Zes maanden. Dat wordt later een echte brokkenpiloot.’
Gistermorgen nog gepland om via Brussel-Centraal naar Rik Wouters te gaan.
Op de middag verplaatst naar een latere datum, te warm.
En toen, om 20.30, bleek er iemand te zijn die niet snel genoeg bij zijn maagden kon zijn.
Iemand had hem fout ingelicht, Brussel-Centraal heeft geen verbinding met de hemel, enkel het hart.
Sinds gisteren ken ik mijn overgrootmoeder.
Te laat voor bloemen, maar nooit te laat voor dankjewel.
Hvala, prababica Josepha!
Dankjewel overgrootmoeder, voor mijn grootvader, mijn moeder en mezelf.
Daar zijn ze, plots,
Op een troon
Op wacht, allebei,
Turend naar een eerste teken
Van zon, zee, zand, zomer.
Denk net
Hoe koud was de winter
In minuscuul badpak
En blauwe badmuts.
Nu is het zover,
Le nouveau zon, zee, zomer, zand
Est arrivé.
Duinbergen, maart 2017
Maar het verleden is geen land van verloren voorwerpen, het is een verhaal dat je niet meer rond krijgt.
Uit ‘De onderwaterzwemmer’ P. F. Thomése, blz. 111
Travelling leaves you speechless, then turns you into een story teller.
Met dank aan Ali S. voor de quote.
4 maanden geleden verwittigde mijn slimme telefoon mij dat ik op het punt stond om te vertrekken uit Málaga. De herinnering aan die laatste zomerdagen van 2016 bracht mij elke dag door de donkerte van de winter.
Wat doe je als niets kan schrijven door een vol hoofd? Je kijkt en leest ontspannende crimi’s.
Soms lees je een dun boek, ‘Een heel leven’ in 157 pagina’s. Geen woord te weinig of teveel over het leven van Andreas Egger. Een kleinood. Wie geraakt is door ‘Stoner’ van John Williams, zal ook hier, anders, een schoonheid ervaren, die blijft hangen.
‘Gaan, ging, gegaan’ van Jenny Erpenbeck heeft één ongelukkig element, de cover.
Voor de rest: een boek over de vluchtelingen die in Europa de oorlog in hun land proberen te ontvluchten, maar die met Kafka geconfronteerd worden.
Je mag, sinds ‘Dublin II’, alleen maar daar asiel vragen, waar je de eerste voet in Europa zet. Vliegen vanuit je oorlogsgebied is al jaren verboden, dus rest er alleen maar aanspoelen op de kusten van het vrije Europa.
De overlevenden mogen wel werken in het eerste land van aankomen, waar natuurlijk geen werk meer is, tenzij slavernij.
Vluchtelingen, die verder trekken naar het Europees ‘binnenland’, mogen daar niet werken, ondanks vrije plaatselijke werkplekken. Vicieuze cirkels voor mensen die op vlucht zijn voor oorlog en vernietiging.
Samen met Richard, gepensioneerde ex-Ossie, ontdek je een werkelijkheid met echte mensen, echte regelgevingen, echte pijn.
Ik ben nu halfweg, maar wil het alvast graag aanbevelen.
‘Zorgen dat de lezer verder wil lezen, wil weten hoe het verder gaat’
De taak van een schrijver, vrij naar Arnon Grunberg en Bill Buford. (Hoe lees ik?, Lidewijde Paris, p.52)
Weer een oude vriend. 10 jaar geleden kwamen we hier samen aan bij het Cac van Málaga. Hij bleef, ik kom nu op bezoek. Ik ben zijn naam vergeten, maar we noemen elkaar gewoon vriend.
Tien jaar geleden was hij mijn onderbuur. Het hotel is er niet meer, hij en ik zijn er nog.
Het is ook mooi om terug te zien.
Hier sta ik dan, waarom weet ik niet meer. In mijn geheugen staat iets wat ik niet meer weet of herken. Hier in Málaga is veel en niet veel.